Optische vezel is de basis voor toekomstbestendige connectiviteit
2020 is om verschillende redenen een gedenkwaardig jaar geweest. Allereerst was er de coronapandemie die de wereld in haar greep hield. Beperkende maatregelen, zoals zoveel mogelijk thuiswerken, maakten het belang van een solide digitale infrastructuur nog zichtbaarder. Organisaties zagen mede door de pandemie hun digitalisering in een stroomversnelling komen en de verwachting is dat dit de komende jaren doorzet. Speer IT vroeg diverse experts naar hun visie op de digitale toekomst. In het eerste deel van de tweedelige serie blikken Jaap van der Hout (DELTA Fiber Nederland) en Ian Drury ( Ultranyx) vooruit.
Hybride werken gaat door
De coronapandemie bepaalde het gezicht van 2020 en deels ook dat van 2021. Maar 2020 was ook het jaar waarin Speer IT zijn twintigste verjaardag beleefde. Een mijlpaal die helaas zonder ophef gevierd moest worden. Het jubileum is echter een goede aanleiding om diverse deskundigen hun kristallen bol te laten pakken en een beeld te schetsen van de toekomst van de digitale infrastructuur. "Glasvezelnetwerken waren de afgelopen jaren al aan een opmars bezig, die door de coronapandemie alleen maar versneld is", zegt Jaap van der Hout, informatiemanager bij telecombedrijf DELTA Fiber Nederland, bekend van het DELTA, Caiway en DELTA Fiber Netwerk. Hij is verantwoordelijk voor de zogenaamde 'Layer 1' van het netwerk van zijn bedrijf: de fysieke netwerkinfrastructuur bestaande uit coax- en glasvezelkabels. "De pandemie heeft duidelijk laten zien dat internetdiensten en bandbreedte steeds belangrijker worden." Persoonlijk denk ik ook dat dit huidige gedwongen hybride werken, een combinatie van kantoor en thuis, in de toekomst zal blijven bestaan. Dit betekent ook dat de vraag naar meer bandbreedte blijft stijgen. Dat merken we nu al, bijvoorbeeld door het snel toenemende aantal aansluitingen op onze glasvezelnetwerken."
De toekomst ziet er goed uit voor breedband in Nederland, zo lijkt het. Van der Hout heeft wel een voorbehoud. "Om aan de groei van de bandbreedtevraag te voldoen, zullen wij en, zo verwachten wij, ook andere partijen de digitale infrastructuur blijven uitbreiden. Dat kan uitdagingen opleveren. En dan heb ik het niet zozeer over het zogenaamde platteland en de grote steden, want daar hebben we al een goede dekking. Het gaat eerder om de gebieden daartussen, de kleinere stedelijke centra en dorpen. De verwachting is dat wij en andere partijen daar de komende jaren glasvezel gaan aanleggen. Partijen kunnen elkaar daar tegenkomen en dat levert de nodige praktische uitdagingen op. Bijvoorbeeld op het gebied van efficiency en aanlegsnelheid. Een goede registratie van wat er in de grond zit, is hard nodig."
Een goede registratie van netwerkactiva is essentieel
Jaap van der Hout ziet bij de verdere uitbreiding van de digitale infrastructuur een cruciale rol weggelegd voor de registratie van kabels en andere assets in de grond, juist omdat diverse providers hun netwerken blijven uitrollen. "Een goede registratie is essentieel en daarom gebruiken we de software Cocon van Speer IT, waarmee we onze netwerkinfrastructuur vastleggen. Het biedt ook partijen waarmee we samenwerken, zoals monteurs en aannemers, een laagdrempelige manier om niet alleen informatie op te vragen, maar ook hun kennis te delen. Zo voorkomen we vertraging in de aanleg en het onderhoud van onze netwerken. Want dat kunnen we ons nu en in de toekomst niet veroorloven."
Britse honger naar breedband
De opmars van breedband is ook duidelijk zichtbaar buiten de Nederlandse landsgrenzen. Neem bijvoorbeeld Groot-Brittannië. Ian Drury, medeoprichter en directeur van de Britse softwarefabrikant en IT-dienstverlener Ultranyx, weet er alles van. Zijn bedrijf bedient onder meer de Britse telecomsector met software en diensten op het gebied van big data-analyse en geolocatie (locatie van objecten aan de hand van gedigitaliseerde informatie zoals IP-adressen). Zelf heeft hij een telecommunicatie-achtergrond. Jaren geleden was hij bij zijn voormalige werkgever BT betrokken bij de eerste grootschalige Britse uitrol van breedbandtoegang tot het internet. "Toen we ongeveer negen jaar geleden met Ultranyx begonnen, nam de vraag naar bandbreedte in Groot-Brittannië al toe. Dat is alleen maar versneld, zeker in de afgelopen periode. Neem bijvoorbeeld videoconferencing. Toen ik bij BT werkte, maakten we al gebruik van dergelijke conferentiemethoden. Voor een groot deel van de werkende bevolking is dit nu uit noodzaak gemeengoed geworden. Het zou me niet verbazen als deze ontwikkeling zich na de huidige pandemie voortzet. Organisaties hebben inmiddels ontdekt dat het een (kosten)efficiënte manier van vergaderen is. Volgens ons zal het de fysieke vergadering niet volledig verdringen, maar videoconferencing is een blijvertje. Dit soort toepassingen drijft de vraag naar bandbreedte alleen maar verder op. Het gerenommeerde Amerikaanse marktonderzoeksbureau IDC spreekt zelfs van een wereldwijd dataverbruik van 175 biljoen Gigabyte in 2025. Dat komt overigens niet alleen door videodata, maar ook door het gebruik van Internet of Things-toepassingen (IoT, red.) en de introductie van 5G-netwerken voor mobiele data. In dat laatste geval denkt men vaak dat er geen vaste netwerkverbinding nodig is, maar uiteindelijk moet alle 5G-data van en naar een datacenter. En dat kan alleen via een vaste glasvezelverbinding."
Het netwerk is een facilitator
Het massale gebruik van technologieën als 5G, IoT en edge computing (gegevens zo dicht mogelijk bij de bron verwerken) zorgt er ook voor dat telecombedrijven hun glasvezelnetwerken in hoog tempo blijven uitbreiden. En het betekent ook dat de complexiteit van de kerntoepassingen bij telecombedrijven toeneemt. Drury: Het uitbreiden van de digitale infrastructuur vereist een nauwkeurige registratie van alle assets in de grond, zowel de glasvezelkabels als al het andere, van elektriciteit tot waterleidingen. De rol van een applicatie als Cocon wordt daarom nog belangrijker als het gaat om kosteneffectieve dienstverlening. De kernnetwerken van telecommunicatiebedrijven genereren grote hoeveelheden complexe gegevens. Het is van cruciaal belang dat zij relevante informatie in real time extraheren, zodat zij daarop betere operationele beslissingen kunnen baseren. Ik voorzie ook dat exploitanten steeds meer aanvullende diensten en producten zullen aanbieden, bovenop hun traditionele connectiviteitsaanbod. Zoals end-to-end cyberbeveiligingsdiensten. Dat is ook iets waar organisaties steeds meer om vragen.
Uiteindelijk is het netwerk slechts een enabler. Het gaat erom wat je aan toegevoegde waarde kunt leveren."